Oefening: rugademhaling

Je werkt met z’n tweeën. Zijn of haar handen zijn je ankerpunt, zo weet je waar je naar toe kunt ademen.
Leg de handen laag op de rug, het mag best stevig zijn.
Probeer nu naar de handen te ademen, via een inademing naar de buik.
Leg dan de handen halverwege de rug, probeer weer naar de handen toe te ademen.
Dan leg je de handen bij de schouderbladen en probeer je daar naartoe te ademen
Als laatste Leg je een hand bij de onderrug en een hand bij de bovenkant van de rug.
Probeer nu via de onderste hand langs je wervelkolom je adem omhoog te brengen.

Laat een reactie achter